Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Opdat wij, [45]door twee onveranderlijke dingen, in welke het onmogelijk is dat God liege, een sterke vertroosting zouden hebben, [wij namelijk,] die de toevlucht genomen hebben, om [46]de voorgestelde hoop vast te houden; 45. Dat is, zijn beloften en zijn eed, die beide onveranderlijk zijn. 46. Dat is, de lijdzame verwachting van de vervulling der beloften door het geloof van ons aangenomen, Rom.8:24,25, zo, dat het woord hoop alhier in zijn eigen betekenis wordt genomen.